'Huisvesting statushouders blijft achter'
In dit artikel:
De gemeenten Wassenaar, Voorschoten, Oegstgeest en Leidschendam-Voorburg halen deels hun doelen op het gebied van inburgering van statushouders en gezinsmigranten, zo blijkt uit een onderzoek van de Rekenkamer WVOLV. Hoewel inburgeraars snel willen integreren via taallessen en deelname aan de arbeidsmarkt, zijn concrete resultaten nog onduidelijk omdat veel deelnemers nog niet zijn uitgestroomd en er onvoldoende gegevens beschikbaar zijn over werk en participatie.
Een knelpunt blijft de huisvesting van statushouders: het aantal te plaatsen personen is de afgelopen vijf jaar sterk toegenomen, waardoor er achterstanden zijn ontstaan. Hierdoor verblijven statushouders langer in tijdelijke opvanglocaties, wat hun inburgering vertraagt en financiële risico’s voor gemeenten met zich meebrengt, aangezien ontvangen subsidies mogelijk deels terugbetaald moeten worden bij onvoldoende realisatie van de geplande aantallen.
Politiek gezien is het onderwerp inburgering in de betrokken gemeenteraden beperkt aan bod gekomen. De Rekenkamer adviseert daarom om de mogelijkheden voor een vroege start van inburgeringsactiviteiten beter te verkennen, de participatie te stimuleren en de samenwerking tussen gemeenten te intensiveren om de huisvesting sneller te realiseren. Daarnaast wordt aanbevolen om de informatie-uitwisseling en transparantie rondom financiën tussen gemeenten en gemeenteraad te verbeteren. Inburgering voor Wassenaar en Voorschoten wordt uitgevoerd door Leidschendam-Voorburg, terwijl Leiden deze taak namens Oegstgeest verzorgt.