Bomenplan voor Leidschendam-Voorburg

In dit artikel:

Leidschendam-Voorburg introduceert een nieuw bomenbeleidsplan dat de komende tien jaar 2.000 extra bomen moet opleveren. De gemeente wil hiermee zowel klimaatadaptatie als leefkwaliteit verbeteren: bomen moeten schaduw en verkoeling bieden, regenwater vasthouden, lucht zuiveren en de biodiversiteit vergroten.

Initiatiefnemers zijn D66-raadslid Alexander Hielkema en D66-wethouder Marcel Belt. Hielkema benadrukt dat het niet alleen om aantallen gaat, maar om de functie van bomen in de stad en het laten uitgroeien van jonge bomen tot volwassen exemplaren. De nadruk ligt op inheemse boomsoorten omdat die betere voedsel- en schuilmogelijkheden bieden voor insecten, vogels en vleermuizen — wat de ecologische veerkracht vergroot. D66 wil daarnaast meer eetbaar groen: fruit- en notenbomen moeten bijdragen aan educatie, gezondheid en buurtverbondenheid.

Het plan bevat maatregelen om inwoners actief te betrekken: een adoptieregeling, een geboorteboomprogramma en een digitaal bomenportaal waarmee bewoners mee kunnen denken en volgen wat er geplant wordt. Ook wordt ingezet op de 3-30-300-regel: drie bomen zichtbaar vanuit elk huis, 30% kroonbedekking per wijk en maximaal 300 meter naar een groenplek. Deze doelen zijn bedoeld om concreet meetbaar te maken of de wijk voldoende vergroent.

Bescherming van bestaande bomen krijgt ook aandacht; er komt een verplichte inventarisatie bij bouwprojecten, al waarschuwen betrokkenen dat inventariseren alleen niet volstaat en dat bomen al in vroeg ontwerpstadia moeten worden ingepast en beschermd.

Wethouder Belt koppelt het bomenplan aan bredere duurzaamheidsambities: investeren in bomen is investeren in gezondheid, welzijn en klimaatbestendigheid van de gemeente. Hielkema rondde de raadsvergadering af met de verwachting dat het plan niet alleen schaduw maar ook concrete opbrengsten zal leveren: “Met dit plan leeft onze stad niet alleen onder bladeren, maar gaan ze ook vruchten dragen.”